OPVOEDEN MET DON BOSCO ALS GIDS EN TOCHTGENOOT
Om kinderen en jongeren in hun groeiproces te begeleiden blijft Don Bosco een krachtige
inspiratiebron. Het salesiaanse opvoedingsproject daagt opvoeders uit om in dialoog met
Don Bosco op weg te gaan, vanuit een bewuste keuze voor de meest kwetsbaren.
1. OPVOEDEN
In het spoor van Don Bosco geloven we in opvoeding als de weg om kinderen en jongeren te begeleiden in hun groeiproces. Opvoeden kan complex en veeleisend zijn en doe je best samen -als gemeenschap- om elkaar te ondersteunen en te bevestigen maar ook uit te dagen. In opvoeding is het kind of de jongere de belangrijkste betrokkene. Hij ondergaat zijn opvoeding niet maar geeft ze actief mee vorm. Daarnaast zijn en blijven ouders de eerste opvoeders. Het is hun taak om hun kind nabij te zijn en te begeleiden in hun zoektocht, zonder de regie over te nemen. Gelukkig kunnen ze rekenen op heel wat partners (grootouders, vrienden, buren, leraars, jeugdwerkers, tantes, nonkels, hulpverleners… ) die bereid zijn om mee op weg gaan in de zorg voor kinderen. Onmisbaar en positief in hun groei naar volwassenheid zijn ook vrienden, de peergroup. Samen vormen zij de opvoedende gemeenschap.
De kracht van de relatie
De kwaliteit van de relatie vormde voor Don Bosco de basis van elke opvoeding. Opvoeden is maatwerk, vertrouwen geven en geleidelijk aan kunnen loslaten. Je stemt je telkens weer af op de concrete jongere. Je geeft hem ruimte en kansen om te groeien naar zelfstandigheid en gaat mee tot op het punt waar hij op eigen kracht verder kan. Elke opvoedingsrelatie is wederkerig en asymmetrisch. M.a.w. elke jongere heeft een eigen en onmisbare inbreng en toch sta je als opvoeder niet op dezelfde hoogte. Je zoekt naar een gezonde balans tussen nabij zijn en voldoende afstand houden. Wanneer jongeren zich veilig voelen en geaccepteerd om wie ze zijn, mag je hen uitdagen en stimuleren. Als opvoeder schep je enkel voorwaarden. Volwassen worden en een eigen invulling geven aan hun leven doen jongeren zelf wel.
Een gunstig klimaat creëren
Vandaag Don Bosco’s hart en handen zijn, is voeling houden met de leefwereld van jongeren en open staan voor de kansen die onze tijd en cultuur te bieden hebben. Ontwikkeling van jongeren kan je niet forceren, wel doelgericht ondersteunen. Je begeleidt hen in het verwerven van vrijheid en zelfstandigheid. Geleidelijk aan leer je ze verantwoordelijkheid op te nemen, voor zichzelf, voor anderen, hun onmiddellijke omgeving en de maatschappij. Zo leren ze verbonden te leven met anderen en met de ruimere wereld. Zinvragen die meespelen in het leven van jongeren ga je niet uit de weg. Je biedt geen pasklare antwoorden maar gaat in woord en in daad om met deze vragen. Je toont op een persoonlijke manier dat het leven de moeite waard is om geleefd te worden, dat hun leven er toe doet, dat zij als persoon betekenisvol zijn voor anderen,… Onze christelijke wortels en het evangelie zijn hiervoor een bron van inspiratie.
2. DE OPVOEDER
Het belangrijkste ‘instrument’ waarover je beschikt als opvoeder is je eigen persoon, met
zijn mogelijkheden en beperkingen. Don Bosco werd opvoeder omdat hij geraakt werd door
jongeren. Kiezen voor opvoeden is een roeping. Het spreekt je aan omdat je jongeren iets
te bieden hebt en voor hen verschil wil maken. Professioneel opvoeden vraagt
deskundigheid, dat je beschikt over de nodige opvoedkundige vaardigheden en handelt
met kennis van zaken. Jij bent er voor de jongere en niet omgekeerd. Pas wanneer je zelf
voldoende maturiteit verworven hebt, kan je op weg gaan met jongeren. Maturiteit
garandeert ook de nodige weerbaarheid en zelfbeheersing. Want opvoeden is niet altijd
gemakkelijk. Je deskundigheid en maturiteit verder ontwikkelen en je bewogenheid blijven
voeden zijn daarom cruciaal.
Wat Don Bosco voorleefde vertalen we vandaag in een reeks basishoudingen die je kan
verwerven. Als salesiaanse opvoeder werk je vanuit een doorleefde christelijke inspiratie,
ben je kwalitatief aanwezig, beschikbaar en aanspreekbaar. Je kiest voor dialoog en leeft
waarden voor. Wat je zegt stemt overeen met wat je doet, je bent transparant en durft
authentiek te getuigen. Je engageert je maatschappelijk en investeert in relaties met
jongeren en hun context. Je erkent en respecteert ‘het andere’ en laat je erdoor verrijken. Je
werkt graag samen, zoekt naar de aanwezige krachten, bevestigt en ziet mogelijkheden.
Door grenzen aan te geven zorg je voor een veilig groeiklimaat. Je bent niet bang om te
vernieuwen en bij te leren.
3. ACCENTEN VAN EEN SALESIAANSE PEDAGOGIE
Een pedagogie van verbondenheid
Als salesiaanse opvoeder geloof je in de kracht die uitgaat van een ‘familiaal klimaat’.
Je voedt op in sterke verbondenheid met ouders en de ruimere opvoedende gemeenschap.
Investeren in verbondenheid is ook vertrouwen en ruimte geven aan de dynamiek die
uitgaat van de peergroep. Een pedagogie van verbondenheid richt zich op de leefwereld en
de omgeving van de jongere en op de ruimere maatschappelijke context. Een wereldwijde
verbondenheid met oog voor de meest kwetsbare, maak je zichtbaar in concrete
solidariteitsacties.
Een pedagogie van vertrouwen
Voor Don Bosco was vertrouwen geven een krachtig pedagogisch principe. Assisterend
opvoedend aanwezig zijn was de kern van zijn preventief systeem
Vanuit een waarderende benadering ga je als salesiaanse opvoeder vandaag ook op zoek
naar de aanwezige krachten bij de jongere en zijn omgeving. Door succeservaringen laat je
hen groeien in weerbaarheid en zelfvertrouwen.
Net zoals Don Bosco onderscheiden we in onze assisterende aanpak twee belangrijke
aspecten: hartelijk én redelijk opvoeden. Je gaat op een hartelijk-warme manier met
jongeren om, houdt voeling met hun leefwereld en luistert naar hun kijk op de dingen. Zo
ontstaat een basisvertrouwen van waaruit je kan opvoeden.
Tegelijk toon je voldoende stevigheid en durf je grenzen trekken. Je bent ‘redelijk’ in wat je
van jongeren verwacht en durft stootblok zijn om hen een veilige groeiruimte te garanderen.
Een pedagogie van geloof
Verbondenheid met mensen groeit vanuit een verbondenheid met God, zo eenvoudig was
dat voor Don Bosco. Hij wilde voor jongeren een ziele-herder, een ‘pastor’ zijn, die hen
hoedde en begeleidde bij hun groei als mens. Vandaag is de gelovige dimensie in
opvoeding niet vanzelfsprekend, wel uitdagend. Gelovig opvoeden is geen pakket met
pasklare antwoorden dat je op het bord van de jongere legt. Het zijn juist de vragen die in
beweging zetten en groei mogelijk maken. Je eigen aarzelend en twijfelend zoeken mag
ook zichtbaar en ervaarbaar zijn. In het samen op weg zijn met jongeren kiezen we bewust
voor pastorale activiteiten. Verdichtingsmomenten zorgen verbondenheid met elkaar en met
God. Ze maken een ervaring mogelijk van een nabije God, die met mensen mee op weg
gaat en bij hen blijft in lief en leed.
Een pedagogie van groei
Gras groeit niet door eraan te trekken maar door de wortels water te geven, warmte en
beschutting te bieden… Een veilige groeiruimte vraagt structuur en grenzen maar laat ook
ruimte voor uitdagingen en eigen invulling. Als salesiaans opvoeder weeg je af wat je al
dan niet in de groeiruimte van jongeren binnenbrengt. Je leert ze omgaan met de vele
invloeden die op hen afkomen. In je opvoedingsaanpak heb je oog voor de totale
ontwikkeling van jongeren en biedt je hen de kans om ze op een persoonlijk manier te
verkennen en te ontwikkelen. Je bent je bewust van de kwetsbaarheid maar ook van het
potentieel van jongeren en stemt je aanbod daarop af. Preventief werken doe je door
jongeren concrete kansen te geven om zichzelf te ontplooien, engagementen op te nemen
en verantwoordelijkheden te dragen.
Een pedagogie van vreugde en spel
Ruimte voor spel en een speelse aanpak hebben een bevoorrechte plaats in onze salesiaans
opvoeding. Er zitten krachtige groei- en leerkansen in. Spel hoort niet alleen thuis in
uitdrukkelijke spelmomenten maar je neemt het mee in het hele opvoedingsgebeuren.
Als opvoeder beperk je je rol niet tot toezicht houden of observeren vanaf de zijlijn.
Je bent actief betrokken en neemt zoveel mogelijk deel. Speelse elementen integreren in je
aanpak en met humor situaties hanteren, bevorderen een hartelijke sfeer en werken vaak
ontladend. Spel brengt levensvreugde tot expressie, voor Don Bosco een graadmeter van
het pedagogische klimaat. Vreugde gaat over meer dan altijd alles leuk vinden of leuk
maken maar heeft een diepere grondtoon, een spirituele dimensie. Don Bosco beschouwde
het als een godsgeschenk en een teken van Gods aanwezigheid.
Een pedagogie van hoop
Stap voor stap worden jongeren volwassen, met vallen en opstaan. Soms kunnen jongeren
slechts enkele kleine stapjes zetten of moet je toezien hoe ze afdwalen of zich vast rijden.
Opvoeden is geduldig en vasthoudend hen nabij blijven, de weg van de geleidelijkheid
bewandelen. Net zoals Jezus breek je als salesiaanse opvoeder ‘het geknakte riet’ niet en
vertrouw je op de groeikracht van alle jongeren. Dit perspectief van hoop geef je ook mee
bij de uitbouw van hun eigen leven. Jongeren hebben recht op een
gezond basisvertrouwen in hun bestaan, op het gevoel van ‘gedragen’ te worden, over alle
grenzen heen.